In plaats van een geschil aan de beoordeling van een rechtbank over te laten, houden de partijen de oplossing zelf in de hand. Omdat de communicatie tussen hen in min of meerdere mate is verstoord of omdat ze in een impasse zijn geraakt wordt beroep gedaan op een bemiddelaar.
Belangrijk daarbij is dat de bemiddeling een vrijwillig proces is. Elke partij kan op elk ogenblik de bemiddelingstafel verlaten, maar ook de bemiddelaar kan de bemiddeling beëindigen, bijvoorbeeld indien hij van oordeel is dat de partijen of één van hen niet met het vereiste engagement aan tafel zit of dat het conflict niet bemiddelbaar is.
In tegenstelling tot een procedure voor een rechtbank, waarin de zaak op een openbare zitting zal worden gepleit, is de bemiddeling een vertrouwelijk proces. De documenten die worden opgemaakt en de mededelingen die worden gedaan in de loop van en ten behoeve van het bemiddelingstraject zijn vertrouwelijk en de partijen kunnen er zich dus buiten de bemiddeling niet op beroepen. Deze vertrouwelijkheid geldt niet voor het bemiddelingsprotocol en het bemiddelingsakkoord, tenzij de partijen hierover iets anders overeenkomen. De bemiddelaar is bovendien gehouden tot het beroepsgeheim.
De bemiddelaar zal als onafhankelijke, neutrale en onpartijdige derde de communicatiestoornissen tussen de partijen wegwerken en hen begeleiden naar een onderhandelde oplossing. Hij brengt de partijen van een op persoonlijke standpunten gebaseerde, soms verstarde en mogelijks zelfs foutieve inschatting van de bestaande verhoudingen naar een toekomstgerichte en op belangen gebaseerde kijk op de situatie. Vanuit deze vernieuwde blik en open communicatie helpt de bemiddelaar de partijen om alle mogelijke opties te genereren die hun belangen zouden kunnen dienen. Uit al deze opties selecteren de partijen vervolgens de effectief haalbare die op de best mogelijke wijze zo veel mogelijk belangen van elk van hen inwilligen om ze te gebruiken als bouwstenen voor een overeenkomst ter oplossing van hun geschil. De partijen zijn pas formeel gebonden wanneer een akkoord ondertekend is.
De onafhankelijkheid van de bemiddelaar betekent dat hij geen economische band heeft met één van de partijen. Zijn onpartijdigheid betekent dat hij geen emotionele band heeft met een partij en geen vooroordeel voor of tegen één van de partijen heeft . De bemiddelaar is neutraal ten opzichte van de uiteindelijke oplossing die hij in handen van de partijen laat.
SluitenHet vrijwillig karakter van het bemiddelingstraject is opgenomen in artikel 1729 van het Gerechtelijk Wetboek: “Elke partij kan te allen tijde een einde maken aan de bemiddeling, zonder dat dit tot haar nadeel kan strekken.”
SluitenHet vertrouwelijk karkater van het bemiddelingstraject is opgenomen in artikel 1728 van het Gerechtelijk Wetboek: Ҥ 1. De documenten opgemaakt en de mededelingen gedaan in de loop van en ten behoeve van een bemiddelingsprocedure zijn vertrouwelijk. Zij mogen niet worden aangevoerd in enige gerechtelijke, administratieve of arbitrale procedure of in enige andere procedure voor de oplossing van conflicten en zijn niet toelaatbaar als bewijs, zelfs niet als buitengerechtelijke bekentenis.
Behoudens schriftelijk uitgedrukte andersluidende wil van de partijen, vallen het bemiddelingsprotocol en het (de) door de partijen ondertekende bemiddelingsakkoord(en) alsook het eventuele document opgesteld door de bemiddelaar dat het feit van de mislukking van de bemiddeling vaststelt, niet onder deze vertrouwelijkheidsplicht.
Daarnaast kan de vertrouwelijkheidsplicht, met schriftelijke instemming van de partijen, en binnen de grenzen die zij bepalen, worden opgeheven. Omgekeerd kunnen de partijen, in onderling akkoord en op schriftelijke wijze, documenten of mededelingen daterend van vóór de aanvang van het bemiddelingsproces vertrouwelijk maken.
§ 2. Onverminderd zijn wettelijke verplichtingen, mag de bemiddelaar de feiten waarvan hij uit hoofde van zijn ambt kennis krijgt, niet openbaar maken. Hij mag door de partijen niet worden opgeroepen als getuige in een burgerrechtelijke, administratieve of arbitrale procedure met betrekking tot de feiten waarvan hij kennis heeft genomen in de loop van zijn bemiddeling. Hij mag evenmin de reden van de mislukking van deze vorm van minnelijke conflictoplossing onthullen, ook niet aan de rechter of arbiter bij wie een geschil tussen de partijen van de bemiddeling aanhangig is gemaakt.
Artikel 458 van het Strafwetboek is van toepassing op de bemiddelaar.
§ 3. In het kader van en ten behoeve van zijn opdracht kan de bemiddelaar, met instemming van de partijen, de derden horen die daarmee instemmen of, wanneer de complexiteit van de zaak zulks vereist, een beroep doen op de diensten van een deskundige in het desbetreffende domein. Zij zijn gehouden tot de vertrouwelijkheidsplicht bedoeld in paragraaf 1, eerste lid. Paragraaf 2 is van toepassing op de deskundige.
§ 4. Bij schending van de vertrouwelijkheids- of geheimhoudingsplicht door degenen die daartoe gehouden zijn krachtens deze bepaling, doet de rechter of arbiter in billijkheid uitspraak over de eventuele toekenning van schadevergoeding, en over de omvang ervan.
Vertrouwelijke documenten en mededelingen die desondanks zijn meegedeeld of waarop een partij steunt in strijd met de vertrouwelijkheidsplicht, worden ambtshalve uit de debatten geweerd.”