Wanneer partijen niet meer inzien dat de werkelijke belangen tot andere oplossingen kunnen leiden dan hetgeen ze als (verhard) standpunt hebben aangenomen.
SluitenOnafhankelijke en neutrale persoon, gespecialiseerd in het insolventierecht en de herstructurering van ondernemingen, aangesteld door de ondernemingsrechtbank op vraag van een onderneming in moeilijkheden, onder de voorwaarden bepaald in artikel XX.36 van het Wetboek van Economisch recht. De ondernemingsbemiddelaar helpt de onderneming die financiële moeilijkheden heeft om een akkoord te bereiken met zijn schuldeisers. Hij is niet noodzakelijk een “erkend bemiddelaar”.
SluitenMomenten in de bemiddeling waarin zuiver juridische aangelegenheden worden besproken.
De bemiddelaar zal bijvoorbeeld een legal table inlassen wanneer partijen twijfelen tussen het treffen van een regeling, dan wel het voortzetten van een juridische strijd. Beide partijen of hun raadgevers krijgen dan de mogelijkheid om de juridische sterktes in hun eigen dossier en de juridische zwakheden in het dossier van de wederpartij uiteen te zetten, waarna de bemiddelaar hen begeleidt om deze informatie te vertalen naar belangen om de minnelijke oplossing van het geschil te bevorderen.
Een legal table is ook nuttig om het akkoord dat de partijen hebben bereikt duidelijk en ondubbelzinnig om te zetten in een geschreven tekst.
Wanneer de rechtbank waar het geschil aanhangig werd gemaakt beslist tot aanstelling van een bemiddelaar. Dit kan gebeuren bij de inleiding van de zaak of ten laatste één maand na de indiening van de eerste conclusie van de verwerende partij indien de rechtbank van oordeel is dat een verzoening mogelijk is tussen de partijen en minstens één partij zich niet verzet tegen bemiddeling. Ook in het verdere verloop van de procedure kan de rechtbank nog beslissen een bemiddeling te bevelen op vraag van of met het akkoord van de partijen. De gerechtelijke bemiddeling wordt geregeld in de artikelen 1734 t.e.m. 1737 van het Gerechtelijk wetboek.
SluitenApart gesprek van de bemiddelaar met één van de partijen waarvan de inhoud ook vertrouwelijk blijft naar de andere partij toe, tenzij uitdrukkelijk anders wordt afgesproken tussen de bemiddelaar en de betrokken partij.
SluitenWanneer partijen zelf het initiatief nemen om te proberen via bemiddeling hun conflict op te lossen. Elke partij kan een bemiddeling voorstellen los van enige gerechtelijke of arbitrale procedure, voor, tijdens of na een rechtspleging. De buitengerechtelijke bemiddeling wordt geregeld in de artikelen 1730 t.e.m. 1733 van het Gerechtelijk wetboek.
SluitenBeding (bv. in een overeenkomst, in statuten, in een gedragscode of charter,...) waarin overeengekomen of aangekondigd wordt om eventuele geschillen bij voorrang door bemiddeling op te lossen.
SluitenVertrouwelijk en gestructureerd traject van vrijwillig overleg tussen conflicterende partijen, met de medewerking van een onafhankelijke, onpartijdige en neutrale derde (de bemiddelaar) die de communicatie tussen de partijen vergemakkelijkt en probeert de partijen er toe te brengen zelf een stabiele en evenwichtige oplossing uit te werken die de belangen van alle betrokkenen in de hoogst mogelijke mate dient.
SluitenOnafhankelijke, onpartijdige en neutrale derde die conflicterende partijen begeleidt om zelf tot een oplossing van hun geschil te komen, eerder dan die oplossing te laten opleggen door een rechter of arbiter. Daartoe structureert de bemiddelaar het vertrouwelijk overleg tussen de partijen en doorbreekt hij de bestaande onderhandelingsbarrières. Wanneer de bemiddelaar erkend is door de Federale Bemiddelingscommissie kan het onder zijn begeleiding tot stand gekomen bemiddelingsakkoord ter homologatie aan de rechtbank worden voorgelegd.
SluitenDeskundige die één partij bijstaat en beschikt over specifieke technische kennis die nuttig is om het geschil op te lossen, bijvoorbeeld advocaat, architect, bedrijfsrevisor, boekhouder, consultant, geneesheer, landmeter, notaris, advocaat, enz. De rol van de adviseur is cruciaal bij de begeleiding van zijn cliënt tijdens de bemiddeling: hij toetst de opties en oplossingen aan de realiteit en draagt bij tot de correcte formalisering van het bemiddelingsakkoord.
SluitenDe onafhankelijkheid van de bemiddelaar betekent dat hij geen economische band heeft met één van de partijen. Zijn onpartijdigheid betekent dat hij geen emotionele band heeft met een partij en geen vooroordeel voor of tegen één van de partijen heeft . De bemiddelaar is neutraal ten opzichte van de uiteindelijke oplossing die hij in handen van de partijen laat.
SluitenHet vrijwillig karakter van het bemiddelingstraject is opgenomen in artikel 1729 van het Gerechtelijk Wetboek: “Elke partij kan te allen tijde een einde maken aan de bemiddeling, zonder dat dit tot haar nadeel kan strekken.”
SluitenHet vertrouwelijk karkater van het bemiddelingstraject is opgenomen in artikel 1728 van het Gerechtelijk Wetboek: “De documenten opgemaakt en de mededelingen gedaan in de loop van en ten behoeve van een bemiddelingsprocedure zijn vertrouwelijk. Zij mogen niet worden aangevoerd in enige gerechtelijke, administratieve of arbitrale procedure of in enige andere procedure voor de oplossing van conflicten en zijn niet toelaatbaar als bewijs, zelfs niet als buitengerechtelijke bekentenis.
Behoudens schriftelijk uitgedrukte andersluidende wil van de partijen, vallen het bemiddelingsprotocol en het (de) door de partijen ondertekende bemiddelingsakkoord(en) alsook het eventuele document opgesteld door de bemiddelaar dat het feit van de mislukking van de bemiddeling vaststelt, niet onder deze vertrouwelijkheidsplicht.
Daarnaast kan de vertrouwelijkheidsplicht, met schriftelijke instemming van de partijen, en binnen de grenzen die zij bepalen, worden opgeheven. Omgekeerd kunnen de partijen, in onderling akkoord en op schriftelijke wijze, documenten of mededelingen daterend van vóór de aanvang van het bemiddelingsproces vertrouwelijk maken.
§ 2. Onverminderd zijn wettelijke verplichtingen, mag de bemiddelaar de feiten waarvan hij uit hoofde van zijn ambt kennis krijgt, niet openbaar maken. Hij mag door de partijen niet worden opgeroepen als getuige in een burgerrechtelijke, administratieve of arbitrale procedure met betrekking tot de feiten waarvan hij kennis heeft genomen in de loop van zijn bemiddeling. Hij mag evenmin de reden van de mislukking van deze vorm van minnelijke conflictoplossing onthullen, ook niet aan de rechter of arbiter bij wie een geschil tussen de partijen van de bemiddeling aanhangig is gemaakt.
Artikel 458 van het Strafwetboek is van toepassing op de bemiddelaar.
§ 3. In het kader van en ten behoeve van zijn opdracht kan de bemiddelaar, met instemming van de partijen, de derden horen die daarmee instemmen of, wanneer de complexiteit van de zaak zulks vereist, een beroep doen op de diensten van een deskundige in het desbetreffende domein. Zij zijn gehouden tot de vertrouwelijkheidsplicht bedoeld in paragraaf 1, eerste lid. Paragraaf 2 is van toepassing op de deskundige.
§ 4. Bij schending van de vertrouwelijkheids- of geheimhoudingsplicht door degenen die daartoe gehouden zijn krachtens deze bepaling, doet de rechter of arbiter in billijkheid uitspraak over de eventuele toekenning van schadevergoeding, en over de omvang ervan.
Vertrouwelijke documenten en mededelingen die desondanks zijn meegedeeld of waarop een partij steunt in strijd met de vertrouwelijkheidsplicht, worden ambtshalve uit de debatten geweerd.
Arbitrage is een alternatieve vorm van geschillenbeslechting voor een scheidsgerecht waarin de partijen de finale beslissing omtrent hun geschil uit handen geven aan één of meerdere onpartijdige arbiters. Het is dus ook een vorm van bovenpartijdige conflictoplossing waarbij de partijen de oplossing van het conflict uit handen geven. Het betreft particuliere rechtspraak die buiten de overheid om is geregeld en gefinancierd wordt door de partijen zelf of door bepaalde federaties, en waarbij partijen de mogelijkheid hebben om zelf afspraken te maken over de wijze van aanstelling van de arbiter(s). De arbitragewet (Boek 6 van het Gerechtelijk Wetboek) stelt een aantal eisen aan de arbitrageprocedure, voorziet een aantal procedureregels die gelden zo de partijen geen specifieke afspraken hebben gemaakt evenals een aantal controlemechanismen en omschrijft de bevoegdheden van de scheidsgerechten.
Een geschil wordt alleen door arbitrage beslecht als partijen dit onderling afspreken, bijvoorbeeld door middel van een arbitragebeding in een contract.
Een uitspraak van de arbiter heet een arbitrale uitspraak en is net zo bindend voor partijen als een vonnis van de klassieke rechtbanken. Er kan enkel hoger beroep tegen aangetekend worden indien de partijen deze mogelijkheid hebben voorzien in de arbitrageovereenkomst.
Om de arbitrale uitspraak gedwongen uit te voeren zal de in het gelijk gestelde partij eerst aan de rechtbank van eerste aanleg de uitvoerbaarverklaring ervan moeten vragen. In deze “exequaturprocedure” toetst de rechter slechts marginaal de arbitrale uitspraak. De zaak zal niet opnieuw worden beoordeeld..
SluitenBij bindende derdenbeslissing komen de partijen overdat een derde (die geen rechter of arbiter is) in hun plaats een beslissing zal nemen over een bepaald juridisch of feitelijk aspect van hun rechtsverhouding en aanvaarden zij dat deze beslissing voor hen bindend is. De door de bindende derdenbeslisser genomen beslissing heeft voor de partijen dezelfde kracht als een overeenkomst tussen hen en geldt dus als wet tussen de partijen. In principe kunnen de partijen de beslissing enkel aanvechten in geval van kennelijke onredelijkheid, strijdigheid met de openbare orde of fraude bij de totstandkoming ervan.
De zaken die aan de beoordeling van een bindende derdenbeslisser worden overgelaten zijn in de praktijk heel uiteenlopend. Zo kan bijvoorbeeld in het kader van een aandeelhoudersovereenkomst aan een bindende derdenbeslisser gevraagd worden te bepalen hoe een voorkoopclausule uit de overeenkomst moet worden geïnterpreteerd in geval van discussie hierover, of nog hoeveel de huurschade bij het einde van een handelshuurovereenkomst precies bedraagt en of bepaalde handelingen van een concessiehouder al dan niet te bestempelen zijn als dringende reden voor het beëindigen van de concessieovereenkomst.
De bindende derdenbeslissing regelt meestal een specifiek aspect van de onenigheid tussen partijen, en laat hen toe hun verdere houding in de conflictuele situatie te bepalen.
SluitenDe collaboratieve onderhandeling wordt geregeld in artikel 1738 en volgenden van het Gerechtelijk Wetboek. Het betreft een gestructureerde manier van transparant en vertrouwelijk onderhandelen waarin advocaten die na een bijzondere opleiding erkend werden als “collaboratief advocaat” hun cliënten bijstaan. Komen zij daarin tot een collaboratief onderhandelend akkoord, dan kan dit aan de rechter worden voorgelegd ter homologatie. Slaagt de collaboratieve onderhandeling niet, dan moeten de collaboratieve advocaten hun tussenkomst verplicht stopzetten en mogen zij niet meer verder tussenkomen in het geschil tussen de partijen.
SluitenOp de website van de Federale Bemiddelingscommissie vindt men de lijst van de erkende bemiddelaars : https://www.fbc-cfm.be/nl/zoeken-naar-een-bemiddelaar
Een bemiddeling kan ook worden gevoerd met een bemiddelaar die niet erkend is. In dat geval kan echter het bemiddelingsakkoord achteraf niet gehomologeerd worden met het oog op de verdere uitvoering.
Ook indien de bemiddelaar wordt aangesteld door de rechter krijgen de partijen vaak inspraak over de keuze van de aan te stellen bemiddelaar.
SluitenBij de classificatie en de clustering van de belangen gaat de bemiddelaar de belangen opdelen in drie categorieën: gelijklopende belangen, tegengestelde belangen en verenigbare belangen. Vervolgens gaat hij ze opdelen in clusters van belangen die achtereenvolgens zullen behandeld worden in een volgorde die hij zal suggereren aan de partijen.
SluitenHet genereren van opties gebeurt vaak bij wijze van brainstorming over een cluster van belangen. De bemiddelaar helpt de partijen om op een creatieve, onberedeneerde manier mogelijke oplossingen te gaan bedenken, die héél uiteenlopend van aard kunnen zijn. Het gaat hier louter om hypotheses die nog niet op hun haalbaarheid of effectieve aanvaardbaarheid zijn geanalyseerd. Zij binden op geen enkele wijze de partijen, ook niet de partij die ze heeft geuit. De opties die worden geformuleerd kunnen zowel verband houden met een eigen belang, als met een belang van de wederpartij of met een gezamenlijk belang.
Een andere mogelijkheid is dat de bemiddelaar aan de partijen vraagt om elk afzonderlijk een lijst van opties op te stellen, die dan op een volgende bemiddelingsvergadering plenair zal worden besproken.
De bemiddelaar kan verder nog op tal van andere inventieve manier te werk gaan om deze fase van het bemiddelingstraject succesvol te laten verlopen, bijvoorbeeld door gebruik te maken van de mogelijkheid tot caucus, of nog door te suggereren een derde uit te nodigen op een bemiddelingsvergadering die vanuit een totaal andere invalshoek de aanzet geeft tot het formuleren van opties en zo de creatieve aanpak van de partijen zelf aanwakkert.
SluitenDe bemiddelaar zal trachten om tot een globaal akkoord te komen, waarin voor elk belang een oplossing wordt weerhouden. Het kan echter ook zijn dat in het kader van de bemiddeling de partijen slechts over bepaalde punten tot een akkoord komen, en dit alvast definitief willen regelen in een deelakkoord. In dat geval zullen zij moeten bepalen wat met de overige punten van het geschil zal gebeuren : voorleggen aan een bindende derdebeslisser, procedure voor de klassieke rechtbanken, arbitrage, verder bemiddelen, …
SluitenHomologatie houdt in dat een partij bij eenzijdig verzoekschrift aan de klassieke rechter vraag om het bemiddelingsakkoord uitvoerbaar te verklaren. De rechter kan deze homologatie enkel weigeren indien de inhoud van het bemiddelingsakkoord in strijd zou zijn met de openbare orde. Na de homologatie heeft het bemiddelingsakkoord dezelfde gevolgen als een akkoordvonnis dat niet vatbaar is voor hoger beroep of cassatie.
SluitenEen dading is een overeenkomst waarbij partijen een gerezen geschil beëindigen, of een toekomstig geschil voorkomen door middel van wederzijdse toegevingen. De dading betreft een definitieve regeling waarop de partijen niet meer kunnen terugkomen, behoudens in uitzonderlijke gevallen van ondermeer bewezen wilsgebreken (dwaling in de persoon of omtrent het voorwerp van het geschil, bedrog, geweld) of indien ze is aangegaan op grond van stukken die naderhand vals zijn bevonden.
SluitenArtikel 1724 Gerechtelijk Wetboek : “Elk al dan niet grensoverschrijdend geschil van vermogensrechtelijke aard, met inbegrip van een geschil waar een publiekrechtelijke rechtspersoon is bij betrokken, kan het voorwerp van een bemiddeling uitmaken. Niet-vermogensrechtelijke geschillen die vatbaar zijn voor dading, evenals de geschillen bedoeld in artikel 572bis, 3°, 4°, 6° tot 10° en 12° tot 15° en de geschillen voortvloeiend uit de feitelijke samenwoning kunnen eveneens het voorwerp van een bemiddeling uitmaken.”
SluitenEen onderhandelingsmethode met als grondleggers de Harvard-professoren Roger FISHER en Wiliam URY, opgebouwd rond 4 basisprincipes :
1. Scheid de personen van het probleem
2. Focus op de belangen, niet op standpunten
3. Vindt opties die wederzijdse winst opleveren
4. Gebruik objectieve criteria in geval van tegenstrijdige belangen